Uitspraak CBHO 2022/122
Bestreden beslissing:
De examencommissie van het Leiden Institute for Advanced Computer Science van de Universiteit Leiden heeft appellant een sanctie opgelegd wegens fraude bij de ingeleverde opdracht voor het vak Reinforcement Learning. Het college van beroep voor de examens heeft het hiertegen door appellant ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Hiertegen heeft appellant beroep bij het CBHO ingesteld.
Uitspraak CBHO:
Ongegrond.
Hoofdoverwegingen:
2.3. Het College overweegt dat de regelgeving van de onderwijsinstelling in geval van fraude voorziet in het onder omstandigheden uitsluiten van een student van deelname aan tentamens of examens voor de duur van ten hoogste één jaar. Het staat vast dat de sanctie, die aan appellant is opgelegd, binnen deze regelgeving is toegestaan. Verder is niet in geschil is dat appellant fraude (bestaande uit plagiaat) heeft gepleegd bij het onderdeel “Assignment 1” van het vak “Reinforcement Learning”. Ook staat vast dat sprake is van recidive, aangezien appellant eerder fraude heeft gepleegd bij een ander vak. Verder overweegt het College dat, zoals verweerder heeft toegelicht, het voor appellant mogelijk is om, ondanks de sanctie, in het tweede semester van 2023 zijn opleiding af te ronden. In zoverre is de studievertraging als gevolg van de sanctie beperkt. Onder deze omstandigheden ziet het College in het, overigens summiere, betoog van appellant geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de sanctie die aan hem is opgelegd onevenredig is. Daarbij overweegt het College dat de omstandigheid dat appellant als gevolg van de besluitvorming die thans voorligt enige studievertraging oploopt, inherent is aan de oplegging van een sanctie en dus niet tot een ander oordeel leidt.
Het betoog slaagt niet.