Uitspraak CBHO 2022/115
Bestreden beslissing:
De examencommissie bachelor Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht heeft een verzoek van appellante afgewezen om tentamens thuis op haar 34 inch ultrawide beeldscherm te mogen afleggen. Het college van beroep voor de examens heeft het hiertegen door appellante ingestelde administratief beroep gegrond verklaard, de beslissing van de examencommissie vernietigd, de gevolgen van die beslissing in stand gelaten, de examencommissie opgedragen het aanvullende verzoek van appellante om op de campus op een 43-inch beeldscherm tentamens te mogen afleggen door te sturen naar het bevoegde orgaan en bepaald dat binnen zes weken een beslissing op het aanvullende verzoek moet worden genomen. Hiertegen heeft appellante beroep bij het CBHO ingesteld.
Uitspraak CBHO:
Gegrond.
Hoofdoverwegingen:
2.3. Het College is van oordeel dat verweerder ten onrechte de gevolgen van de vernietigde beslissing gedeeltelijk in stand heeft gelaten. Het College overweegt daartoe dat verweerder ten onrechte bij zijn beoordeling heeft betrokken dat appellante op de campus op een groot scherm tentamens had kunnen maken. Deze door verweerder genoemde mogelijkheid voor appellante om naar de campus te komen, hield namelijk geen verband met het inleidende verzoek van appellante dat juist was gericht op het afleggen van tentamens bij haar thuis.
Verder merkt het College op dat - anders dan verweerder meent - met het aanbod aan appellante in de minnelijke schikkingsfase om via online proctoring de komende tentamens thuis af te leggen, dat door appellante niet is aanvaard, geen sprake was van een beslissing waaraan rechtsgevolgen waren verbonden. Dit kon daarom niet als zodanig bij de beoordeling van de eerdere beslissing worden betrokken. Hierbij tekent het College ook aan dat in een e-mail van 9 juni 2022, afkomstig van de examencommissie, expliciet wordt gesteld dat de optie om tentamens vanuit huis te maken met online proctoring is komen te vervallen. Verweerder heeft daarom aan haar beslissing tot gedeeltelijke instandlating van de gevolgen van de beslissing ten onrechte ten grondslag gelegd dat dit aanbod aan appellante is gedaan.
De slotsom is dat verweerder had moeten volstaan met een vernietiging van de beslissing van de examencommissie.
Het betoog slaagt.
Conclusie
2.4. Het beroep is gegrond. Hetgeen overigens is aangevoerd, behoeft geen bespreking. De bestreden beslissing dient te worden vernietigd, voor zover daarbij de gevolgen van de beslissing van de examencommissie gedeeltelijk in stand zijn gelaten. Dit betekent dat de examencommissie ook voor de tentamens die al hadden plaatsgevonden ten tijde van de beslissing van verweerder alsnog, en deugdelijk gemotiveerd, een nieuwe beslissing dient te nemen op het verzoek van appellante om die tentamens thuis (online) af te leggen.