Uitspraak CBHO 2022/128
Bestreden beslissing:
De examinator heeft de door appellant afgelegde toets Medische consultvoering-communicatie opnieuw met het cijfer 5 beoordeeld. Het college van beroep voor de examens van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft het hiertegen door appellant ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Hiertegen heeft appellant beroep bij het CBHO ingesteld.
Uitspraak CBHO:
Ongegrond.
Hoofdoverwegingen:
2.4. Het College overweegt dat de door appellant afgelegde toets bestond uit het voeren van een gesprek met een zogeheten simulatiepatiënt. Verweerder heeft naar aanleiding van het eerdere administratief beroep de examinator op 13 januari 2022 opgedragen om een gedeeltelijke herbeoordeling van het gesprek te doen, voor wat betreft het onderdeel Medische Inhoud (2A), omdat de eerder gegeven beoordeling van dat onderdeel onvoldoende transparant was. Twee docenten Medische psychologie hebben vervolgens de beeldopnamen van het gesprek beoordeeld en vervolgens een beoordelingsformulier ingevuld en vervolgens hun bevindingen samengevat op het definitieve beoordelingsformulier. Op grond van hun bevindingen heeft de examinator de toets wederom met een 5,0 beoordeeld. Het College ziet in wat appellant aanvoert, geen grond voor het oordeel dat deze beoordeling onrechtmatig dan wel onzorgvuldig is verlopen. Over de stelling van appellant dat de deelscore van de vijfde hypothesetoetsende vraag niet is genoteerd en zodoende niet is opgeteld bij de totaalscore, overweegt het College als volgt. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd toegelicht dat de beoordeling van het gesprek niet zo is ingericht dat voor elke hypothesetoetsende vraag afzonderlijk punten worden gegeven. Ook heeft verweerder voldoende gemotiveerd toegelicht dat de beoordeling niet alleen ziet op de vragen die appellant tijdens het gesprek met de simulatiegesprek heeft gesteld, maar ook op vragen die appellant heeft nagelaten te stellen en de algehele indruk die appellant tijdens het gesprek geeft. Verder bestaat geen grond voor het oordeel dat de herbeoordeling niet objectief tot stand is gekomen. De omstandigheden dat appellant de ontvangen feedback als negatief heeft ervaren en de examinatoren ervan op de hoogte waren dat het een herbeoordeling betrof, zijn hiertoe onvoldoende.
De conclusie is dat verweerder de herbeoordeling van de door appellant afgelegde toets Medische consultvoering communicatie terecht in stand heeft gelaten.
Het betoog slaagt niet.